In de regio’s Achterhoek en de Liemers smelten steeds meer organisaties samen tot integrale kindcentra. Personeelsvraagstukken zijn aan de orde van de dag, wat vraagt om innovatie en meer flexibiliteit in de sector. Het mbo en hbo kan amper aan de vraag van het werkveld voldoen en in de nabije toekomst zullen zij, mede door de krimp in het voortgezet onderwijs, naar verwachting onvoldoende studenten kunnen werven om de aantallen professionals op te leiden die de sector nodig heeft. Deze nieuwe werkelijkheid vraagt om beroepskrachten die competenties hebben om buiten de kaders van hun beroepsprofiel te stappen en actief te kunnen samenwerken met andere disciplines. Binnen een IKC is het van belang om te kijken naar de kwaliteiten van de verschillende professionals. Om leraren basisonderwijs, onderwijsassistenten, pedagogisch medewerkers, buurtcoaches, medewerkers jeugdzorg en sport- en bewegingscoördinatoren goed samen te laten werken zijn kennis van elkaars werkveld en de vaardigheid om interprofessioneel samen te werken essentieel. De uitdaging voor de komende jaren is dat uni- en multidisciplinaire teams zich ontwikkelen tot interdisciplinaire teams (Doornenbal & De Leve, 2015), dat de ontwikkeling plaatsvindt van verdeelde naar gedeelde verantwoordelijkheid. 

Een IKC kan een gemeenschap (dorp of wijk) antwoorden bieden op vragen van overheid, maatschappelijke organisaties en ouders. Er zijn al organisaties die werken met een gezamenlijk, overkoepelend beleid en één leidinggevende. Dit gegeven heeft in 2016 geleid tot het driejarige project IKC met medewerkers van het Graafschap College, Iselinge Hogeschool en het werkveld. Het project werd aangestuurd door een stuurgroep met vertegenwoordigers uit de kinderopvang, het onderwijs (IKC’s) en beide opleidingsinstituten. Een werkgroep vanuit dezelfde geledingen organiseerde interprofessionele leerteams, ontwikkelde materialen en zorgde voor de implementatie hiervan in de IKC’s. Doel van het project was om studenten optimaal voor te bereiden op het werken in een IKC.  

Na het verstrijken van de projectperiode in 2019 hebben de betrokken IKC’s, kinderopvang-organisaties en opleidingsvertegenwoordigers uitgesproken samen na te willen denken over de borging van de opbrengst van het project. Er is een notitie geschreven waarbij de samenwerking de werktitel “Interprofessioneel Samen Opleiden” heeft meegekregen, afgekort ISO (Bijlage I, Plan van Aanpak). In januari 2021 heeft een breed overleg plaatsgevonden tussen het Graafschap College (opleiding Pedagogisch Werk en Onderwijs), verschillende primair onderwijsbesturen en Iselinge Hogeschool. Dit overleg heeft geresulteerd in een gemeenschappelijke visie voor de verdere samenwerking in het kader van Interprofessioneel Samen Opleiden. Om deze visie te vertalen naar de noodzakelijke veranderingen in de curricula van de opleidingen en in de activiteiten en begeleiding in de praktijk die het mogelijk maken dat aankomende professionals in hun opleiding gedegen voorbereid worden op interprofessioneel samenwerken, heeft het Graafschap College in naam van alle samenwerkingspartners een ondersteuningsaanvraag ingediend bij het Regionaal Investeringsfonds mbo (RIF).  

Met behulp van de RIF-subsidie wordt een publiek-private samenwerking (pps) ingericht, genaamd “Interprofessioneel Samen Opleiden”. Aangesloten bij deze pps zijn het ROC Graafschap College (mbo), Iselinge Hogeschool (hbo), zestien schoolbesturen voor primair onderwijs en zes kinderopvangorganisaties die in het pedagogisch-educatieve domein samenwerken aan toekomstgerichte en duurzame inrichting van de opleidingen én de professionalisering van huidige en professionals in de praktijk. De ontwikkelingen in het werkveld, zoals IKC-vorming en toenemende samenwerking tussen onderwijs, opvang en (jeugd)zorg vragen veel van professionals. Echter worden (toekomstig) professionals op deze interprofessionele samenwerking nog onvoldoende voorbereid. De pps Interprofessioneel Samen Opleiden beoogt een betere voorbereiding op het werken in een interprofessionele setting. Deze voorbereiding vergroot de flexibiliteit van deze professionals, wat wederom een meer wendbare arbeidsmarkt en meer aantrekkelijke banen oplevert. Zo wordt in gezamenlijkheid gezorgd voor een betere aansluiting tussen de opleidingen en de pedagogisch-educatieve praktijk.